Kousenband Vigna sesquipedalis 10 m² - Groentezaden Vigna sesquipedalis

Kousenbandbonen hoeven niet te worden voorbehandeld. U kunt ze eventueel wel 12 uur in lauw water leggen om de kieming te versnellen. Zaaimethode Gekiemde bonen zijn absoluut koude- en vorstgevoelig. U kunt vanwege de tropische afkomst van de kousenband deze dan ook beter in april in huis zaaien. Vul potjes met goede fijne zaaigrond. Plant 5 bonen in één potje en breng hierna een laagje zaaigrond aan van max. 3 cm dik. Druk de aarde licht aan en besprenkel met water. Plaats de potjes in het licht bij kamertemperatuur. Het zaad kiemt in 14 dagen. Als de kiemplantjes te groot dreigen te worden binnenshuis en het buiten nog te koud is, kunt u tijd winnen. Zet ze dan op een koelere plaats om zo de groei iets te vertragen. Laat ze nooit uitdrogen. Geef de gekiemde bonen de ruimte: zet de potjes zover uit elkaar dat de bladeren elkaar net niet raken. Plaats stokken in de potjes en bindt de planten hieraan vast. Maak buiten de aarde van de beoogde plantlocatie los tot minstens 30 cm diep. Kousenband houdt van bemeste grond om op te groeien maar niet van langdurig natte en koude gronden. De groeiplaats kan men extra opwarmen door 2 weken lang zwart plastic over de kweekgrond te spannen. Plaats tonkinstokken (bamboestokken) van tenminste 3 meter lengte in een stevig hekwerk, waarbij de staanders 40 cm van elkaar staan. Plant de bonenplantjes na de (nacht)vorstperiode buiten, 5 planten (1 potje) per stok van het hekwerk.

Windt de klimscheuten van de bonen om de stokken, vooral in het begin. Bindt ze eventueel vast als ze niet blijven zitten. De plant windt zichzelf in het algemeen. Alleen als ze buiten staan en last van veel wind hebben, lukt dit niet goed. Geef alleen in droge perioden extra water. Houd het perceel onkruidvrij. Hierdoor blijven de bonen goed groeien. Pas na 21 juni, als de dagen weer korter worden, worden de bloemen gevormd, Oogstmethode Gebruik beide handen bij het oogsten. Met één hand ontstaat er teveel schade aan de bonenplant.
Kousenbandbonen moet u oogsten zodra de verdikkingen (van de zaden) nog net niet te zien zijn aan de buitenkant. In het seizoen moet u minimaal 1 keer per week oogsten. Jonge bonen zijn het malst en het lekkerst. Als alle bonen zijn geoogst en de plant niet meer bloeit kunt u de hele plant opruimen.

De oorspronkelijk uit India komende bonen zijn warmtebehoeftig en komen nu verspreid over de hele tropen voor. Kousenbandbonen zijn vergelijkbaar met sperziebonen, ze zijn echter iets steviger, dunner en veel langer! Ze smaken pittiger dan sperziebonen. In de tropen kunnen ze wel een meter lang worden.